Valide toetsen zijn niet meer valide

Nu bloot is gelegd dat iedereen erover kan beschikken.

Wanneer onderwijsprofessionals gebruik maken van valide toetsen dan vereist dat ook dat de betreffende speel-/leerstof bij elke leerling adequaat aan de orde is geweest en past bij het vaardigheidsniveau.
Dat er voeldoende tijd voor begeleiding en inoefening is geweest.
Dit is in de schoolpraktijk niet standaard het geval en wordt ook weinig gecontroleerd (vgl. Mooij, Haverkort, & de Kleijne, 2013).

Het is de mening van velen dat de prestatiedruk, om zo hoog mogelijk te scoren in cijfers, iedere vorm van onderwijs én mensontwikkeling in de weg staat en toch wordt dit patroon niet doorbroken. We houden het vast. Om controle te kunnen houden, om te kunnen oordelen.

We kunnen het patroon wel doorbreken. Door er anders naar te kijken.
Door er samen zelf iets aan doen. Door motieven om te toetsen te onderzoeken en zelfstandig en samen tot een oordeel te komen en daar naar handelen.

Door met elkaar in dialoog te gaan i.p.v elkaar te overtuigen om een oordeel van een ander te volgen.

Begin bij het begin en ga in dialoog.
Ga eerst te rade bij jezelf, luister naar de ander, vind het gezamenlijke oordeel en handel ernaar.

Stel jezelf en anderen de goede vragen; begin bij het begin;

Wat moeten en wat kunnen kinderen van mij, in deze school in deze wijk leren en hoe weet ik, wat zij willen leren en wat zij daarin nodig hebben van mij; van ons?

En hoe weet ik dat ze het geleerd hebben?

#transtitie#dialoog#teamkamers#Sameneenoordeelvormen#onderwijs