Verbeter het onderwijs, verander je eigen standpunten en handel ernaar# toetsen.
Al geruime tijd wordt er veel geschreven en gesproken over het nut en de noodzaak van eindtoetsen en examens in het onderwijs. Voor- en tegenstanders van eindtoetsen en examens discussiëren hierover en proberen elkaar te overtuigen van hun waarheid. Harde feiten over de eindtoets worden blootgelegd. Onderbouwd met wetenschappelijk, empirisch onderzoek en ervaringen. Die discussie vindt plaats in alle lagen van het onderwijs en heeft maar één doel: Kom tot een oordeel en neem een beslissing : Wel of niet toetsen? Anders toetsen? Wel of geen examens? Maatwerk diploma’s?
Maar die keuze wordt niet gemaakt. Misschien wel uit angst om de (schijn)zekerheden, die toetsen en examens geven, te verliezen. Angst voor het overschrijden van regels en loslaten van verplichtingen. Misschien wel omdat we zo hardnekkig geloven in onze eigen standpunten, dat we niet bereid zijn om nieuwe standpunten aan te nemen.
Hoe dan ook, er wordt met verschillende emoties gereageerd op de harde feiten over de eindtoets en behoud van het oude plakken we pleisters.
De vraag is: wanneer en wie durft van standpunt te veranderen en handelt er disruptief na?
Argumenten veranderen een houding niet.
Uit de evolutionaire psychologie weten we dat mensen hun houding niet veranderen door argumenten. Dat geldt ook voor de mensen bij de overheid. Zij zullen hun houding t.o.v. de eindtoets en examens niet veranderen. De eindtoets is door de overheid ontwikkeld en verplicht gesteld en heeft twee belangrijke functies: toezicht houden op de kwaliteit van onderwijs en het verdelen van toegangsbewijzen voor vervolgonderwijs.
Een houding verander je door ervaring in het afnemen en maken van toetsen en examens. Die ervaring hebben mensen bij de overheid niet dagelijks. Zij ervaren niet dat de eindtoets niets zegt over de kwaliteit van het onderwijs en niet bijdraagt aan een goede doorstroom en niet afgestemd is op leerlingen die meertalig opgroeien. Nederland is en wordt steeds rijker en diverser, er komen steeds meer talen en culturen bij. Nieuwe talen zijn een verrijking. Al die talen spelen een rol, in Nederland en in het leren van Nederlands en het toetsen. We leven in een ander tijdperk, dan het tijdperk waarin de eindtoets ontwikkeld werd.
We baseren de eindtoets op de kennis van het tijdperk waarin het ontwikkeld is. Goed voor toen. Niet meer passend voor nu.
Je zou kunnen concluderen, dat de problemen in diversiteit aan kennis en vaardigheden, het probleem van subjectieve advisering en niet soepele doorstroom, die Adriaan de Groot dacht op te lossen met een eindtoets nog steeds niet opgelost zijn. Ondanks alle doordachte aanpassingen in berekeningen en cijfers, nieuwe namen van een toets, het veranderen van het afname moment etc. is het anno 2022 nog steeds niet gelukt om de problemen van toen en nu op te lossen. Misschien moeten we ons realiseren dat het probleem dat we denken op te moeten lossen, niet het probleem is en de oplossing niet de oplossing.
Het is tijd voor disruptieve verandering in het toetsen en toch gebeurt dat bijna niet.
De overheid toont betrokkenheid, omdat ze ook beseffen op basis van argumenten dat het anders en beter kan. In het geval van de eindtoets wordt er gekozen voor een andere naam met hetzelfde doel. In wezen veranderd er niets aan het doel. De eindtoets is en wordt nog bepalender voor de doorverwijzing naar het middelbaar onderwijs. Het voornemen is om de eindtoets nu dan ook een ‘Doorstroomtoets’ te noemen. De standpunten uit de jaren 60, de zekerheden die toetsen en examens geven, worden vastgehouden, want het levert de overheid twee dingen op: inzicht in de kwaliteit van het onderwijs en de ordening van leerlingen in hoog en laag wat handig is voor accountability.
Maar wat levert het leerlingen en leraren op?
Weten
We hebben de mond vol van evidence informed lesgeven in het onderwijs. Het wordt van alle kanten gestimuleerd. Een waardevolle ontwikkeling als je het mij vraagt. Waar ik me over verbaas is, dat uitkomsten uit onderzoek en wetenschap alleen gebruikt worden met het behoud van het bestaande. Uitkomsten die leiden tot ontwrichting van het bestaande krijgen veel podium, waardering en applaus, maar uiteindelijk is er bijna niemand op de werkvloer die er naar durft te handelen. Niemand die los durft te laten wat niet werkt voor kinderen. Niet werkt voor het meten van de kwaliteit van het onderwijs. Niet werkt voor een goede doorstroom en leraren tekort doet.
Komt het omdat we niet durven af te wijken van eeuwenoude standpunten? Zijn we bang het aan de stok te krijgen met mensen in systemen die op toetsen ingericht zijn? Bang dat we geen subsidie meer krijgen, omdat we niet meer kunnen aantonen of de gesubsidieerde interventie resultaat opgeleverd heeft? Bang voor een negatief negatief oordeel van de inspectie? Bang om te veranderen en voor het niet- weten?
Wat weet jij en wat nog niet?
Wat doe je als je weet dat er in de eindtoets in het basisonderwijs een meetfout zit, de toets niet helpt om kansarme kinderen hogerop te laten komen , niet de kwaliteit van het onderwijs meet en toets systemen niet toegerust zijn op de vele meertalige kinderen die Nederland rijk is? Mocht je het nog niet weten, lees dan eens onderstaande artikelen.
De bewijzen staan in het proefschrift van Karin Heij: https://woa.kohnstamminstituut.nl/wp-content/uploads/2021/04/210426-samenvatting-proefschrift-K.-Heij.pdf , in de nieuwe studie van Dr. Thomas van Huizen https://www.uu.nl/nieuws/meetfout-vertekent-kansenongelijkheid-in-het-onderwijs en in de onderzoeken van meerder taalonderzoekers waaronder Elma Blom https://www.uu.nl/organisatie/verdieping/een-thuis-vol-taal.
Weet wat je doet en doe wat je weet
Ik heb nooit begrepen wiens gedachte het is geweest om cognitieve processen en dus ook leerling prestaties te vangen in cijfers en te vergelijken met een gemiddelde. In het onderwijs gaat het om de kennis en vaardigheden van de leraar en de interactie tussen leerlingen en leraar. Niet om gemiddelden.
Het gaat om de kwaliteit van de didactiek, pedagogiek, de nieuwste kennis, het blijven ontwikkelen van vaardigheden en competenties en durven veranderen van rollen. Het gaat om de kwaliteit van de interactie met kinderen, hun ouders en collega’s. Dat heeft invloed op leer- en ontwikkelprocessen van leerlingen. Lesgeven is niet hetzelfde als leren. Leren is een constructief proces. Meertaligheid is een verrijking van het onderwijs en toetsen een middel om te monitoren of er vooruitgang wordt geboekt in het leer- en ontwikkelproces van de lerende. De leerling leert zelf. Je kunt kennis niet rechtstreeks in iemands hoofd proppen en aan het resultaat een cijfer hangen en dat vergelijken met een ander.
Cijfers zijn aanlokkelijk en verleidelijk, het maakt processen controleerbaar, meetbaar en beheersbaar. Cijfers zijn het bijzonder verleidelijk voor mensen met een talent voor wiskunde zoals Adriaan de Groot, de grondlegger van de eindtoets. Hij zette een cijfer, een vaardigheidsscore op een leerprestatie, maar hoe kwam hij aan dat cijfer, aan die score? Waarom zijn de bevraagde inhouden niet gelijk van waarde? Waarom zijn we kinderen met elkaar gaan vergelijken? Waarom kies je een bepaalde vraag, die vanuit een ander perspectief een andere betekenis kan hebben, om een doel te meten? Waarom trekken wij zijn idee om cijfers te hangen aan psychologische en cognitieve processen niet in twijfel met de kennis van nu?
Ik weet dat je je houding kunt veranderen als je van gedachten kunt veranderen. En als je gedrag verandert krijgen je andere resultaten. Dan hoeven ministers geen keuzes te maken, geen aanpassingen te doen en jou ervan te overtuigen door te blijven doen wat je altijd deed. Je hoeft de discussies over de nut en noodzaak van de eindtoets niet meer te volgen, omdat jij weet wat je moet doen voor de kinderen en jezelf.
Jij doet wat je weet uit wetenschappelijke onderzoek.
Je laat oude standpunten los en maakt ruimte voor nieuwe standpunten, durft ‘nee’ te zeggen, de dialoog aan te gaan, kennis te delen én dat leidt tot nieuwe kennis en creatie.
#transitie #ontwikkeling# doen # niet klakkeloos volgen